De provincie Jowzhan ligt in het noorden van Afghanistan. Er wonen ongeveer een half miljoen mensen. De hoofdstad van de provincie is Sheberghan. De belangrijkste talen zijn er het Oezbeeks en het Dari.
Het grootste deel van de bevolking van Sheberghan is van Oezbeekse afkomst. Verder woont er een grote groep Toerkmenen en Tadzjieken.
Zoals vrijwel met al de namen in Afghanistan het geval is, kent ook de naam van deze provincie tal van spellingsvarianten, zoals Jowsjan, Jowzjan, Jauzjan, Jawzjan, Jozjan, Djowzjan.
De provincie grenst in het noorden aan Toerkmenistan, in het oosten aan Balkh, in het zuiden aan Sari-Pul en in het westen aan Faryab.
De provincie bestaat uit de districten Aqcha, Darzab, Fayzabad, Khamyab, Khwaja du Koh, Mardyan, Mingajik, Qarqin en Shibirghan.
Jowzjan is een provincie die is ingesteld op landbouw. Daarnaast zijn er belangrijke gas- en olievelden gevonden, waardoor het een belangrijke provincie is voor de energievoorziening in Afghanistan.
De hoofdstad Sheberghan ligt aan de oevers van de Safid rivier, op ongeveer 130 kilometer van de stad Mazar-e-Sharif.
Shiberghan ligt aan de belangrijke rondweg in Afghanistan, die de steden Herat, Kandahar, Kabul, Mazar-e-Sharif, Meymana, Baghlan met elkaar verbindt.
De beruchte krijgsheer Abdul Rashid Dostum werd geborene in Khvajeh Do Kuh in de provincie Jowzhan.
De plaats Sheberghan is bekend vanwege de “Dasht-i-Leili-slachting”, de "slachting van Sheberghan" bij Shiberghan in Jowzhan.
In december 2001 werden gevangen Taliban-strijders vanuit Kunduz overgebracht in containers naar Sheberghan. hierbij zijn volgens verschillende bronnen honderden tot duizenden Taliban-gevangenen omgekomen door verstikking of later doodgeschoten.
Dostum en Atta
Shebergan was een bolwerk van de Oezbeekse krijgsheer en generaal Abdul Rashid Dostum, die met zijn Tadzjiekse rivaal Mohammad Atta de controle over het noorden van Afghanistan betwistte.
